Basisboek, bladzijde 6.
Bij aardrijkskunde beschrijf je gebieden.
De aardrijkskundige onderwerpen van gebieden kan je in 3 groepen verdelen:
-topografie
-natuurlijke verschijnselen
-menselijke verschijnselen
Als je van al die 3 onderwerpen informatie verzamelt, kun je een land goed beschrijven.
Van de beschrijving van een gebied kom je l gauw op ideeën voor de onderzoeksvragen, bijvoorbeeld:
-natuur: waarom is het noorden van Europa kouder dan het zuiden?
-bevolking: waarom is het westen dichtbevolkt dan de rest van Europa?
-economie: waarom is het westen van Europa veel rijker van het oosten?
Topografie:
-ligging buurlanden (steden, rivieren)
-breedteligging, afstanden.
-verdeling land/zee
Natuurlijke verschijnselen:
Klimaat.
-tempratuur (zone)
-neerslag
-klimaat
Landschap.
-oorspronkelijke plantengroei
-hoogteligging
-stedelijke gebieden
Menselijke verschijnselen:
Bevolking.
-aantal inwoners
-bevolkingsgroei
-bevolkingsdichtheid
-stedelijke gebieden
Cultuur.
-taal
-godsdienst
Politiek.
-lidmaatschap internationale organisatie
Economie & ontwikkeling
-bestaansmiddelen
-infrastructuur
-BNP
-ontwikkelingskenmerken (alfabetisme, kindersterfte, artsendichtheid, voedselvoorziening)